Wetenschap
Voor de Gouden Eeuw hadden geleerden de Bijbel en de eeuwenoude teksten van Aristoteles en andere Griekse filosofen nooit ter discussie gestaan. Zoals het in die teksten stond, zou de wereld in elkaar zitten. In 17e eeuw kwamen er mensen die vonden dat de filosofen uit de oudheid en de Bijbel niet persé gelijk hadden. Ze gingen meer vertrouwen op waarnemingen, proeven en logische redeneringen. In de wiskunde, natuurkunde en sterrenkunde en in de techniek leidde dit tot allerlei ontdekkingen. Er was een wetenschappelijke revolutie begonnen die niet meer te stoppen was. Nederlanders leverden in deze tijd belangrijke bijdragen aan de vooruitgang van wetenschap en de techniek. Christiaan Huygens en Antonie van Leeuwenhoek waren hier voorbeelden van.
Christiaan Huygens
Christiaan Huygens werd geboren in 1629 in Den Haag. Zijn vader was de bekende politicus en dichter Constantijn Huygens. Hij was druk bezig met wiskunde, natuurkunde, sterrenkunde en muziek. Met zijn zelfgemaakte telescoop ontdekte hij onder andere dat Saturnus omgeven werd door een ring. Ook vond hij het slingeruurwerk uit. Dit is een uurwerk waarvan de regelmatige loop door een heen en weer bewegende slinger werd gereguleerd. De waardering van Huygens blijkt uit het feit dat nog in 2008 een beeld van hem werd onthuld in de Technische Universiteit Delft.
Antonie van Leeuwenhoek
Anthonie van Leeuwenhoek (1632-1723) was de zoon van een Delftse mandenmaker. Na zijn huwelijk begon hij een winkel in linnen, garen en bang, maar eigenlijk was hij geïnteresseerd in de wetenschap, in het bijzonder de schei- en natuurkunde. Nadat hij een sterk verbeterde microscoop had ontwikkeld en daarmee belangrijke ontdekkingen had gedaan, werd hij in 1680 aangenomen als lid van de prestigieuze Engelse Royal Society. Van Leeuwenhoek is nu nog steeds bekend door zijn ontdekkingen.